De loonkloof tussen mannen en vrouwen blijft bestaan en is bijna overal ter wereld een brandend probleem. Volgens een analyse van een internationaal portaal verdienen vrouwen in verschillende Europese landen gemiddeld 2-11% minder dan mannen in dezelfde functies.

Het beginsel van gelijke beloning voor gelijk werk was reeds vastgelegd in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen in 1957. De realiteit is echter dat, meer dan een halve eeuw later, de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog steeds bestaat. De laatste tien jaar is er weinig verbeterd.

Is de loonkloof merkbaar?

De loonkloof tussen mannen en vrouwen is gebaseerd op het gemiddelde bruto-uurloon. Factoren die van invloed zijn op het salaris – zoals opleiding, gewerkte uren, soort werk, loopbaanonderbrekingen of deeltijdwerk – worden niet in aanmerking genomen. Maar over het geheel genomen blijkt uit de statistieken dat vrouwen in de EU meestal minder verdienen dan mannen.

Korter werken betreft 7% van de werkende vrouwen, terwijl dit voor mannen meer dan 3% is.

De loonkloof houdt ook verband met zwangerschaps- of ouderschapsverlof

De loonverschillen tussen de Europese landen lopen sterk uiteen. Ze zijn het hoogst in Estland (22,7%), Duitsland (20,9%), de Tsjechische Republiek (20,1%), Oostenrijk (19,6%) en Slowakije (19,4%). De kleinste verschillen in salarissen worden aangetroffen in Roemenië (3%), Luxemburg (4,6%), Italië (5%), België (6%), Slovenië (8,7%) en Polen (8,8%).

In de EU verdient de gemiddelde vrouw 15% minder dan de gemiddelde man.

De meest voorkomende reden voor het lagere loon van vrouwen (ongeveer 30% van het totale loonverschil) is het werken in relatief laagbetaalde sectoren (bv. zorg, verkoop of onderwijs). Integendeel, er is een zeer hoog percentage mannen (meer dan 80%) in beter betaalde banen in wetenschap, technologie of engineering.

Binnen dezelfde functiecategorieën worden vrouwen minder gewaardeerd, of ze worden lager ingeschaald of moeten na terugkeer van zwangerschapsverlof opnieuw beginnen met het opbouwen van hun carrière.

Eerlijke beloning komt het hele bedrijf ten goede

De loonkloof tussen mannen en vrouwen neemt ook toe met de leeftijd. Deze kloof is betrekkelijk klein wanneer vrouwen de arbeidsmarkt betreden en wordt in de loop van hun carrière groter naarmate de eisen van het gezinsleven toenemen. Vrouwen sparen daarom minder, investeren minder en lopen een groter risico op armoede op oudere leeftijd.

Loongelijkheid is niet alleen een kwestie van elementaire billijkheid. Het zou ook de economie versterken omdat vrouwen meer koopkracht zouden hebben en meer zouden kunnen investeren. Dit zou ook de belastinginkomsten voor de staten verhogen en de druk op de socialezekerheidsstelsels verlichten. Het verkleinen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen met 1 procentpunt zou echter leiden tot een toename van het bruto binnenlands product met 0,1%.

Om de loonkloof te verkleinen is het ook nodig dat vrouwen assertiever worden en zich meer bewust worden van de mogelijkheid om over hun salaris te onderhandelen (onderhandeling, in omloop brengen of verkopen van effecten of wissels).