1. De Autoriteit verstrekt een maandelijkse toelage wegens arbeidsmobiliteit (hierna “de toelage” genoemd) ter dekking van een deel van de huisvestingskosten in verband met een verandering van woonplaats in verband met het verkrijgen van werk gedurende ten minste zes maanden aan een werknemer die ten minste drie maanden als werkzoekende in het register van werkzoekenden is ingeschreven en die uit het register van werkzoekenden is geschrapt om een reden overeenkomstig artikel 36, lid 1, onder a), indien hij of zij uiterlijk drie maanden na de datum van schrapping uit het register van werkzoekenden schriftelijk om de toelage verzoekt. Het verzoek moet vergezeld gaan van een kopie van het bewijs van verandering van vaste verblijfplaats of verklaring van tijdelijke verblijfplaats en een kopie van de arbeidsovereenkomst. De toelage wordt niet toegekend indien de werknemer een toelage uit hoofde van afdeling 53 ontvangt.
  2. Een verandering van verblijfplaats met het oog op de toekenning van de uitkering is een verandering van vaste verblijfplaats of een verklaring van tijdelijke verblijfplaats indien de plaats van de nieuwe vaste verblijfplaats op het grondgebied van de Slowaakse Republiek ten minste 70 km verwijderd is van de plaats van de oorspronkelijke vaste verblijfplaats of indien de plaats van de tijdelijke verblijfplaats op het grondgebied van de Slowaakse Republiek ten minste 70 km verwijderd is van de plaats van de vaste verblijfplaats.
  3. De huisvestingskosten in verband met een verandering van woonplaats voor de toepassing van de vergoeding zijn de bewezen maandelijkse uitgaven voor
    1. betaling voor diensten verleend bij het gebruik van het appartement of
    2. huur.
  4. De vergoeding wordt toegekend voor een periode van ten hoogste zes maanden. De werknemer die vóór de indiensttreding als werkzoekende in een achterstandspositie verkeerde, blijft deze toelage ontvangen gedurende een nieuwe periode van ten hoogste zes maanden. De vergoeding bedraagt maandelijks 80 % van het bedrag van de in lid 3 bedoelde uitgaven, met een maximum van 250 euro gedurende de in de eerste zin bedoelde periode en van 125 euro gedurende de in de tweede zin bedoelde periode.
  5. Indien beide echtgenoten de vergoeding aanvragen, kent het Bureau de vergoeding slechts aan één echtgenoot toe.
  6. De vergoeding wordt toegekend door de dienst waar de werknemer ingeschreven was in het register van werkzoekenden, binnen 30 dagen na het bewijs van de duur van het dienstverband en de in lid 3 bedoelde kosten, indien de werknemer deze feiten heeft bewezen uiterlijk 30 dagen na het einde van de maand waarvoor de vergoeding wordt toegekend.
  7. De Autoriteit kent de toelage niet opnieuw toe voordat twee jaar zijn verstreken na het einde van de periode van toekenning.

BRON: www.zakonypreludi.sk